Laudatio Alie Weerman. Ervaringsdeskundige zorg- en dienstverleners. Stigma, verslaving & existentiële transformatie.
6 oktober 2016

Voor de jury van de Van Helsdingenprijs en het bestuur van de Stichting Psychiatrie en Filosofie is Alie Weerman geen onbekende. Al eerder stuurde zij werk in, waarmee zij ook al eerder in de prijzen viel. Bovendien neemt Alie Weerman regelmatig actief deel aan onze symposia.
We kenden haar werk en haar persoon dan ook als gedreven door een tomeloze energie, met een gretige betrokkenheid, vasthoudendheid en humor in de onderwerpen waar ze zich op stort. Vanwege haar analytische en creatieve, cross-disciplinaire geest, in woord en daad, hadden we ook wel kunnen bevroeden dat een inzending van deze docente en onderzoekster bij de Hogeschool Windesheim niet gering zou zijn.
En dat is het dan ook niet. Zoals een waterval niet gering is, of een stortbad. In letterlijke omvang alleen al telt dit proefschrift 426 bladzijdes aan compacte tekst, met sporadisch daarbij een tabel, diagram of afbeelding.

De auteur bespeelt diverse registers, ze gebruikt verschillende soorten taal en argumentatie, en haar proefschrift kent een bijzondere complexe gelaagdheid. Alie Weerman schrijft over verslaving en verslavingszorg zowel als wetenschappelijk en analyserend onderzoekster, als docent, als theoretisch psycholoog en beschouwend filosoof maar ook als betrokken ervaringsdeskundige. 
Het is een zeer praktisch proefschrift, in de positieve zin van het woord. Dat wil zeggen, de tekst is niet onthecht, de auteur spreekt niet vanaf de kansel of vanuit de ivoren toren, en het proefschrift is ingebed in het leven van alledag, met het werk, het leren, het genieten, en het verslaafd zijn. De vragen en problemen die de auteur in de tekst wil oplossen, komen dan ook voort uit een concrete praktijk, of eigenlijk uit twee praktijken. 

Allereerst is dat de praktijk van de verslaving en de verslavingszorg. De auteur beschrijft diverse theorieën, gedachten en praktijken van verslaving en verslavingszorg. Niet om wetenschappelijke kennis te vergaren of psychologische theorieen te vergelijken, maar wel om in filosofische zin te achterhalen wat nu eigenlijk deskundigheid is, wat zou mogen tellen als goede en waardevolle kennis, en hoe ervaringskennis zich verhoudt tot propositionele kennis. Dit bediscussieert Alie Weerman in relatie met de praktische vraag hoe de verschillende soorten kennis en manieren van denken en praten over verslaving de concrete praktijk van de verslavingszorg hebben vormgegeven. Ze beschrijft dit voor de geschiedenis van de verslavingszorg, maar stelt uiteraard ook de vraag hoe die zorg beter zou kunnen. Hiermee komt ze tot een pleidooi voor het belang en betekenis van ervaringskennis voor verslaafden zelf, maar ook juist voor de verslavingszorg. Met auteurs als Merleau-Ponty en Yalom binnen handbereik betoogt Weerman dat een open existentieel-narratieve benadering de meest humane, emanciperende en in de praktijk werkzame manier is om om te gaan met verslaving in de verslavingszorg.

De tweede inspirerende praktijk in dit boek is die van het onderwijs. Behalve dat dit werk een grote overzichtsstudie is van alle ins en outs van verslaving, is het ook een praktijkbeschrijving van de geslaagde poging die Weerman heeft gedaan om ervaringskennis een grotere, explicietere rol in het beroepsonderwijs te laten spelen. Immers als ervaringskennis waardevol is, en belangrijk voor de verslavingszorg, moeten opleidingen tot hulpverleners in die zorg dan ook niet meer aandacht besteden aan de ervaringen van de studenten zelf? Ook in dit deel van het proefschrift gaat het niet om een abstract betoog, maar om de beschrijving van en reflectie op datgene wat Weerman concreet heeft gedaan in Zwolle: namelijk het opzetten van een opleiding tot - en ik citeer nu de titel: “Ervaringsdeskundige zorg- en dienstverleners”. Met name in dit deel van de tekst, schrijft de auteur vanuit allerlei verschillende rollen: als onderzoekster, als docent, maar ook als ervaringsdeskundige, en uiteindelijk gewoon als ‘mens’. Hierdoor komt het geheel van de tekst luid en duidelijk over, omdat - ik citeer’-: “Ervaringskennis overdraagbaar is, vanwege het feit dat we allemaal mens zijn, en dus weet hebben van sterfelijkheid, beperktheid, vrijheid, eenzaamheid en zinloosheid.”

Beste mensen, er valt nog veel meer te zeggen, maar dat laten we dadelijk graag aan Alie Weerman zelf over. De jury wil bij deze Alie Weerman prijzen en bedanken voor het grootse werk dat ze tot nu toe heeft verricht en waarvan dit boek de weerslag is. Wij hopen ook in de toekomst nog veel hiervan te zien en te merken, en wij zijn verheugd dat we Alie Weerman de derde prijs in de Van Helsdingenprijsvraag mogen toekennen.