Laudatio Antoine Mooij: In de greep van de taal.

6 oktober 2016

De hoofdprijs is voor Antoine Mooij. Antoine Mooij is geen onbekende voor de jury van de Stichting Psychiatrie en Filosofie. Hij is frequent bezoeker van onze symposia en één van de meest gezaghebbende autoriteiten op het grensgebied van psychiatrie en filosofie in Nederland. Antoine Mooij is opgeleid als filosoof, psychiater, psychoanalyticus en was hoogleraar ‘psychiatrische aspecten van de rechtspraktijk’, en daarnaast honorair hoogleraar Wijsbegeerte in Utrecht. Hij heeft op veel terreinen gepubliceerd en wel zijn sporen verdiend.

Voor de jury was het al in een vroeg stadium een uitgemaakte zaak dat Mooijs inzending, In de greep van de taal in de prijzen zou vallen. De vraag was daarbij, welke prijs? Dit werk werd door de jury unaniem zo goed gevonden, en stak op alle beoordelingspunten zo ver boven al het andere uit, dat de jury even niet wist hoe het te plaatsen in de wedstrijd. Want, was dit geen oneerlijke concurrentie? Zou een proefschrift van een jonge psychiater, bijvoorbeeld, hier ooit tegenop kunnen? Maar, omdat we al sinds een vijftal jaren een speciale Grote Van Helsdingenprijs hebben, die enkel en alleen bedoeld is voor het beste werk, ongeacht leeftijds- of carrière-overwegingen, werd het wel weer heel eenvoudig.

Waar gaat dit hoofdprijs-winnende boek nu over? We geven een paar kleine kenschetsen, voordat Antoine Mooij dit op geheel eigen wijze verder zal uiteenzetten:

Heel kernachtig zou het boek kunnen worden samengevat als: ‘Wij zijn onze cultuur.’ De strekking van In de greep van de taal, staat daarmee haaks op die van het bekende aufagium Wij zijn ons brein. Dit boek druist in tegen de tijdgeest, volgens welke de sleutel tot het wezen van de mens in de hersenen zou liggen. Antoine Mooij onderzoekt de mens niet vanuit hersenanalyses of DNA-analyses, maar vanuit een langere traditie van wijsgerige reflectie over de mens, de taal en de cultuur.
Mensen kunnen niet zonder taal en cultuur, ze drukken zich uit in taal en cultuur en ze grijpen naar taal en cultuur om afspraken te maken en elkaar te beïnvloeden. Mensen zijn ‘in de greep van de taal’. Slechts dankzij de taal leven we in een wereld van zin en betekenis, onderscheiden van het natuurlijke leven van dieren. Met ‘taal’ doelt de auteur op alle symbolen en middelen om iets als iets anders voor te stellen, ook wel ‘representaties’. Grondstelling van dit boek luidt dat “er geen toegang tot de werkelijkheid is buiten deze representaties of symbolisaties om”.
De echte werkelijkheid kennen we daardoor niet, en we blijven gevangen binnen onze eigen voorstellingswereld. Of eigenlijk: werelden, want het draait in dit boek om de bonte verscheidenheid aan culturele en persoonlijke manieren om de wereld te begrijpen. Aan de hand van de neo-kantiaanse filosoof Cassirer (1847-1945) bespreekt de auteur onder meer de mythische ervaring, kunst- en literatuurbeschouwing en de verhouding tussen wetenschappelijk denken en het dagelijks leven. Al deze domeinen zijn waardevol en we moeten voorkomen dat één ervan teveel de andere gaat overheersen. Voorheen domineerden de kerk en het religieuze denken misschien wel teveel het alledaagse leven, maar tegenwoordig dreigt het wetenschappelijk denken te dominant te worden. 
De benadering om enkel te vertrouwen op wat je objectief kan waarnemen en meten, en wat in een versmald wetenschappelijk model past, doet geen recht aan de ongelooflijke dieptes, nuances, verknopingen, vormen en voorstellingen waar de mens zichzelf tijdens zijn leven in wikkelt. Er is niets mis met een wetenschappelijke, afstandelijke blik op de mens en een analyse van zijn hersenen, maar wel wanneer men meent dat dat de enige weg is naar inzicht in en waarheid over de mens. Want, mensen zijn pas mensen omdat ze in taal en cultuur leven, en ieder mens vertegenwoordigt op zichzelf al een unieke cultuur of symbolische vorm. Ieder mens gaat een eigen uniek pad, kent een eigen verlangen, doorleeft eigen ‘fantasma’s’. De mens is geen transparant natuurlijk gegeven; hij is afkomstig uit de natuur, maar op vroege leeftijd dringt het vreemde bij hem binnen, taal en cultuur, oftewel de ‘symbolische orde’, zoals Lacan dat noemt, de andere grote denker waar Mooij zich mee uiteenzet in dit boek. Taal en cultuur scheiden de mens van zichzelf en later moet hij met behulp van diezelfde taal en cultuur zich een weg proberen te banen binnen die taal en cultuur. Wanneer we individuele levensvormen aandachtig bestuderen, kunnen we niet langer normaal of gezond van gestoord onderscheiden. Eigenlijk is iedereen getraumatiseerd door de scheiding van zichzelf, iedereen kijkt vanuit een onvermijdelijke blinde vlek en leeft op eigen wijze de geworpenheid in de wereld uit. 

In de greep van de taal is één groot pleidooi om eenkennigheid te vermijden en de meervoudigheid en meerduidigheid van het leven open te houden. Want, uiteindelijk is er geen enkele denkwijze, taal of cultuur die de enige en echte waarheid voor zichzelf kan opeisen. Door de vele analyses, beschrijvingen, onderzoekingen - van rechtspraak tot politiek, geschiedenis en evolutietheorie, van psychopathologie tot literatuur, beeldende kunst en nieuwe media - mag dit boek gerust een meesterwerk genoemd worden. Het is gegrond in de filosofische traditie van Kant, de fenomenologie, de lacaniaanse psychoanalyse, de wijsgerige antropologie, brengt deze samen, en bestrijkt en onderzoekt vele eigentijdse kanten van de geesteswetenschappen, met de zogenaamde psy-wetenschappen als vanzelfsprekend onderdeel. Het is geschreven in een precieze en trefzekere stijl. Soms werkt de combinatie van filosofische terminologie uitgespannen over menselijke fenomenen, nuances van alledag, en kunstzinnige voorbeelden licht hypnotiserend, waardoor de lezer steeds benieuwd blijft ‘hoe het verder gaat’. Behalve dat iedereen die geïnteresseerd is in een meeslepend verhaal over de greep van de taal, verdient dit werk het ook om standaard grondslagenboek te worden bij opleidingen in de geesteswetenschappen, en met name de psychiatrie. 

Als jury zijn wij blij dat we dit werk hebben mogen lezen, en schenken met graagte de hoofdprijs aan Antoine Mooij, met In de greep van de taal.