Zeno van Duppen: Schizophrenia: A Disorder of Intersubjectivity.
6 oktober 2016


Net als Alie Weerman, is ook Zeno van Duppen geen onbekende voor de Stichting Psychiatrie en Filosofie. En net als de andere winnaar van een derde prijs won ook deze jonge Vlaamse auteur al eerder een Kleine Van Helsdingenprijs met een inzending op het gebied van de geschiedenis, de wetenschapsfilosofie en de fenomenologie in de psychiatrie.
Na zijn eerdere prijs is deze Vlaamse filosoof en psychiater in opleiding verder gegaan in zijn fenomenologische onderzoekingen en heeft hij een proefschrift geschreven aan de bloeiende psychiatrisch-wijsgerige school in Heidelberg, in Zuid-Duitsland, onder de bezielende leiding van Thomas Fuchs.

Met dit proefschrift draagt de auteur bij aan de vernieuwing en uitbreiding van de fenomenologische beschouwingen en analyses over schizofrenie. Van Duppen geeft een diepgaande analyse van de geschiedenis van de fenomenologische opvattingen over schizofrenie, en voegt daar een heel interessante, vernieuwende en plausibele conceptuele verschuiving aan toe. In dit gedegen proefschrift, dat helder en didactisch is opgebouwd, wordt overtuigend betoogd dat schizofrenie niet zozeer een op zichzelf betrokken zelfstoornis is, als wel een relationele oftewel intersubjectieve stoornis.

In Van Duppens analyse zijn twee momenten en twee probleemvelden te onderscheiden: (1) is schizofrenie een stoornis van de relatie tussen het zelf en het andere of de ander? en (2) zo ja, welk concept van het ‘zelf’ is dan het meest geschikt om schizofrenie te definiëren als stoornis in intersubjectiviteit?

De schrijver werkt deze vragen uit in een uitstekend te volgen, erudiet en origineel betoog. Daarbij valt zijn gedetailleerde inzicht op in de voordelen, maar ook de beperkingen van het huidige debat rondom schizofrenie als zelf-stoornis. Hierbij verwijst de auteur naar de wat oudere literatuur van onderzoekers als Minkowski en Blankenburg, en zet hij zich ook uiteen met de moderne onderzoeksliteratuur op dit gebied, van mensen als Louis Sass, Parnas, Zahavi, Fuchs en Ratcliffe. Van Duppen betoogt dat bij veel van deze moderne fenomenologen de nadruk teveel op analyses van het individuele zelf ligt, waardoor de schizofrene verstoringen in de relatie met de ander, te veel als secundair worden beschouwd. Van Duppen nu stelt voor om intersubjectiviteit als centraal, onlosmakelijk onderdeel van subjectiviteit oftewel van het eerste persoonsperspectief te beschouwen. Wanneer we dat doen, dan kunnen we voor zowel theoretische als praktische, therapeutische doeleinden, op een verfijndere manier de veelvormigheid aan stoornissen bij schizofrenie in de intersubjectiviteit begrijpen. Van Duppen geeft een fenomenologisch bepaalde onderverdeling in twee hoofdklassen van intersubjectiviteit: de ene betreft de onmiddellijke relatie met mede-subjecten, en de tweede betreft de relatie van subject tot wereld. Bij deze tweede soort kijkt de ander bij wijze van spreken altijd over de schouders van het subject mee. De ander, of het mede-subject, vormt de intentie en de blik naar buiten toe, zodat op stabiele en communicatieve wijze, de wereld kan worden gedeeld met die ander.

Van Duppen gebruikt en integreert in zijn eigen betoog de intersubjectiviteit van eerdere fenomenologische analyses van het zogenaamde ‘minimale zelf’, zoals die van Matthew Ratcliffe en Thomas Fuchs. Maar uiteindelijk verandert dit minimale zelf bij Van Duppen, en poneert hij Duppen het nieuwe en interessante concept van open subjectiviteit om daarmee de veelvormigheid van schizofrene stoornissen te begrijpen. Deze open subjectiviteit betekent zoiets als de selectiviteit, dynamiek en mogelijkheid van openheid, die een mens kan opbrengen in relatie tot anderen en de wereld. In die openheid naar de wereld en naar anderen kan van alles ontsporen, en zijn eigen idiosyncratische gang gaan, maar ook kan er van alles worden gerepareerd, en middels de verschillende nadere onderverdelingen van de auteur kwalitatief nader worden onderzocht.

Wij schenken graag de derde prijs van De Grote Van Helsdingenprijsvraag aan Zeno van Duppen. Zijn werk is een gedetailleerde, bijzonder gespecialiseerde studie naar de fenomenologie van intersubjectiviteit in de schizofrenie. Van Duppen heeft de grote vragen waar de fenomenologen mee worstelen doordacht, en hij brengt de fenomenologische traditie hiermee een stap verder. Daarbij, behalve dat dit een gedegen werk is van een schijnbaar klein maar essentieel probleem in de psychiatrie, zoniet in de filosofie, is dit ook een werk dat valt te scharen onder een grotere beweging in het filosofisch en psychiatrisch denken over de mens van onze tijd. Vanuit een gehechtheid en geaardheid in de fenomenologische traditie beweegt het proefschrift mee in de ruimere beweging waarin de complexe subjectiviteiten, en de schijnbare afgeslotenheid en opgeslotenheid van de mens in zichzelf, worden bevrijd. Hierdoor wordt in plaats van het schizofrene subject dieper in zijn eigen subjectiviteit te begraven juist een poging gedaan om open te staan voor de openheid en verbindingen te zoeken en te maken tussen het menselijke en wat daaraan voorbij of vooraf lijkt te gaan. Met andere woorden, de jury kon het uitermate waarderen dat Van Duppen de traditionele focus van de fenomenologie op het individueel-subjectieve verschuift naar het intersubjectieve, en daarmee uiteindelijk naar meer dialogische, discursieve en inclusieve benaderingen, wat daarom voor de goede lezer ook beloftes brengt voor een meer humanistische, en meer mede-menselijke psychiatrische praktijk. Of zoals Van Duppen het noemt, meer aandacht en onderzoek naar de “therapeutic factors which can increase the tendency towards a shared world.”